Geïnspireerd door enkele verhalen uit “De Onzichtbare Steden” ging ik vol goede moed aan het werk. Geleid door een gedachte dat gevoelens van een persoon het uiterlijk van zijn omgeving kan bepalen begon ik met het maken van beelden door middel van toeval.
Ik vulde bekers met inkt of verf, nam een groot vel papier, en leegde de beker op het vel. Meteen was ik verliefd op de vorm die gaf. Al snel begon ik de bekers op verschillende manieren op het vel te gooien. De spetters zorgde voor ruimtelijkheid, perspectief eigenlijk. Mijn volgende stap: meer beelden maken gekoppeld aan het idee van gevoel en omgeving.
Net als vorige periodes was ik weer te snel tevreden met mijn beelden. Na mijn werk te hebben besproken met de leraar, kwam al snel de conclusie dat ik nooit vooruitgang en nieuwe beelden zou kunnen maken door verf en inkt op een blad te gieten. De vorm zal uiteindelijk altijd hetzelfde zijn. Hier kon ik niet op door.
Tja, ik zat goed vast. Net zo vast als een van de steden uit de verhalen. Ik kreeg daar een binding mee, ik zat ook vast. Ik nam wat meters touw en begon mezelf helemaal vast te zetten door naar elk punt in mijn kamer touw te spannen, totdat het onmogelijk voor me was om nog te kunnen bewegen.
De restvormen die de touwen vormden, sneed ik uit op karton en voegde deze samen tot en bouwwerk. Met deze vorm ben ik gaan spelen. Eromheen filmen. Niet genoeg naar mijn idee, niet genoeg om een band te krijgen tussen het beeld en de inhoud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten